zondag 31 mei 2015


Kinderkoffie.

"Doe mij maar koffie", zegt de achtjarige jongen in de praktijk. "Met melk en suiker, zoals mijn vader dat drinkt." Kinderkoffie.
De jongen roert aandachtig door zijn koffie, hij morst en veegt het met zijn mouw weer weg. Het lepeltje wordt op de rand van het kopje getikt en daarna naast het kopje gelegd. Deze jongen is een kei in observeren. Deze jongen heeft bij zijn vader afgekeken. 
Hij wil later net als zijn vader worden. Hij is namelijk al helemaal zelf een hut aan het bouwen in de tuin. Of ik ook een keer langskom, dan mag ik in de hut. 
De eerste keren zitten we keurig aan de tafel terwijl hij door zijn koffie roert. Tja, wat zullen we eens gaan doen? Geen idee.
We doen wat spelletjes, volgens de regels. We spelen met het zand, met de hark en de schep, nee niet met onze handen... dan worden we vies. We bekijken het speelgoed, vooral de legertanks. Hij vindt ze prachtig maar we spelen niet. Jammer... Ik wilde wel legertje spelen maar dat gaat niet want hij houdt niet van schieten. We zitten weer aan tafel, niet erop want dat mag niet... Wat zullen we nu gaan spelen? Geen idee.

De keer daarop komt hij binnen. Ik zet alvast koffie voor hem. Zodra ik het heb neergezet, tik ik hem aan. "Tikkie, jij bent hem." We doen tikkertje in de praktijk. Dan zet ik de deur open en gaan we verder op de gang. Wat een geluk dat ik twee deuren heb, we rennen in rondjes. Linksom en rechtsom, soms botsen we tegen elkaar. We komen andere mensen tegen. Ze lachen om ons. "Tikkie, jij bent hem..."
Na een tijdje ploffen we allebei neer op het kleed. De jongen kijkt blij, ik kan nu goed zien hoe jong hij eigenlijk nog is. We lachen. Hij lacht heel hard, ontlaadt...  Hij heeft zoveel lol dat zijn moeder het hoort in de wachtruimte. Een lach die zij al veel te lang heeft gemist. Een prachtig hartverwarmend lachen. Heerlijk, hij kan bijna niet meer stoppen en rolt over de grond. Ik lach met hem mee. 
En terwijl hij daar ligt te lachen, zeg ik dat zijn koffie koud is geworden. Hij zegt: "dat geeft niet, ik hou namelijk helemaal niet van koffie."



donderdag 19 februari 2015

Zolang je er bovenop zit, kan iemand niet groeien.


Het klinkt simpel. Het is ook simpel.
Toch maak ik in mijn praktijk voor kindertherapie en jongerencoaching zeer regelmatig mee dat ouders er bovenop zitten. Op het nest als het ware. Met de eierschalen en de jongen er nog in. Stel je eens voor dat je zo moet groeien... broertjes en zusjes in het nest, ouder er bovenop. Stel je eens voor dat je zo moet leren vliegen. Dat gaat dus niet.
En daar zit het probleem. Deze ouder beschermt zijn kroost vanuit liefde. Over-bescherming in de hoop te voorkomen dat het mis gaat. Het (op-)groeien dus... want dat kan mis gaan.
En dat is nu precies wat de ouder eigenlijk doet, onbedoeld weliswaar; zijn kroost de kans ontnemen om het mis te laten gaan. Fouten te maken, vele fouten. Stommiteiten uit te halen, consequenties in te schatten, verantwoordelijkheid te nemen... op te groeien. Met als gevolg dat het mis gaat, daar waar het de bedoeling was dat het goed zou gaan.

In mijn praktijk spreek ik bijna dagelijks met opgroeiende jongeren. Zij worstelen precies zoals gewoon is, met levensvragen. De betekenis van alles. De veelheid aan verwachtingen die er zijn. De toekomst. Faalangst, Groei-angst, letterlijke angst om groot te worden.
Deze jongeren hebben een grote gemeenschappelijke deler; de beschermende ouder die in alles 'het beste wil' voor zijn kind. Om dat te kunnen geven aan je kind, moet je eerst (her-)definiƫren wat 'het beste is'.
Het beste is namelijk niet: het voorkomen van tegenslag, een fulltime geluksgevoel, in alles voorzien.
Zoals een puber in de praktijk dreigt weg te lopen van huis als ze geen iphone 6 krijgt. Of zoals een inmiddels voor de wet volwassene zijn ouders vraagt hem een huis te geven, dan zal hij vertrekken. Daar gaat het dus mis, althans... daar is het jaren eerder al mis gegaan. Want waar in dit verhaal heeft de betreffende jong volwassene geleerd over het leven zelf? Over dat niets vanzelfsprekend is? Over dat je niet het stralende middelpunt van de wereld bent? Over intrinsieke motivatie en het nemen van verantwoordelijkheid?
Zou het niet veel handiger geweest zijn, om erger te voorkomen, dat deze jongere al eerder het nest uit had gemogen? Figuurlijk... Om verder te kijken? Te leren vliegen en vooral ook te leren vallen, of bijna vallen?

Het zou er wellicht ook voor zorgen dat deze jong volwassene zijn ouders ook meer zou toevertrouwen. Meer zou delen over zijn leven. Want wat deze ouder vaak niet weet, is dat het kroost een andere uitgang heeft gevonden om uit het nest te komen. En dat er zich een heel leven buiten het nest afspeelt, zonder dat de ouder dat weet. En nog erger... zonder dat het kroost goed voorbereid is om daarmee om te gaan.
Als er onder in het nest een gat wordt gemaakt om toch dat eigen leven te leiden, is de kans om te vallen vele malen groter.
Voorbereiding dus op het leven zelf... dat is wat nodig is om te groeien.

Of zoals de jong volwassene die nu eindelijk een baantje moest vinden van zijn ouders en daar volkomen vrij in werd gelaten (want 18 jaar geworden en vanaf vandaag regel je het maar zelf), als barkeeper op een fetisj- feest terecht kwam en niet wist wat hem overkwam. Dat is vast niet wat deze ouders voor ogen hadden toen ze hem goedbedoeld eindelijk het nest uitduwden nadat ze er 18 jaar bovenop hadden gezeten.
Leren vliegen kost tijd en niet alleen voor degene die vliegt.